Door de krapte in de woningmarkt zijn de huizenprijzen in het vierde kwartaal van 2020 flink gestegen. Op jaarbasis zijn er in 2020 154.000 woningen verkocht. Doordat de koopintentie hoog is, maar de verkoopintentie laag, komt de verkoopprijs van een verkochte woning in het vierde kwartaal gemiddeld uit op €365.000,-. Een stijging ten opzichte van 2019 van 11,6%. Voor het tweede achtereenvolgende kwartaal ligt de prijsontwikkeling in een jaar boven de 11%. De NVM krapte-indicator is in het vierde kwartaal gedaald naar 1.9, dat wil zeggen dat de consument uit minder dan twee woningen kon kiezen. Afhankelijk per regio ligt dit normaal gesproken tussen de 5 en 10 woningen. De huizenprijzen stegen buitengewoon hard. Wat is de verwachting voor de huizenmarkt in 2021?
Huizenprijzen stijgen naar recordhoogte
De stijgingen van de huizenprijzen hebben verschillende oorzaken. Zo is ten eerste de hypotheekrente bijzonder laag. Hierdoor wordt het kopen van een woning aantrekkelijker vanwege de lage maandlasten. Door die lage hypotheekrente kan er ook meer geleend worden voor de aankoop van een huis. Verder is vraag en aanbod uit evenwicht. De vraag naar koopwoningen is groter dan het huizenaanbod, en zodoende is het nu extra moeilijk om een geschikte woning te vinden. Het woningtekort is voorlopig nog niet opgelost. Veel politieke partijen hebben nu aandacht voor dit maatschappelijke probleem en erkennen dit in hun verkiezingsprogramma’s. Een andere grote oorzaak, is dat er de afgelopen jaren veel ‘eigen geld’ naar de huizenmarkt is gegaan. Beleggers kopen een tweede huis om te verhuren en zo de lage spaarrente te vermijden. Ook maken veel ouders en grootouders gebruik van de ruime schenkingsvrijstelling. Zij mogen in 2021 tot €105.302,- belastingvrij schenken voor huis en hypotheek aan hun kinderen en kleinkinderen.
Huizenprijzen in 2021
De huizenprijzen en woningaankopen hebben tot dusver weinig last van de zwakke economie. Eerder voorzagen ABN AMRO en ING een stabilisatie van de huizenprijzen voor 2021. Inmiddels verwacht het Economisch Bureau van ABN AMRO dat de huizenprijzen in 2021 nog 5% verder zullen stijgen en dat de hypotheekrente vervolgens laag blijft. Deze aanpassing komt deels omdat de forse prijsstijgingen van de laatste maanden nog zal doorwerken op de gemiddelde prijsstijging van 2021, het zogenoemde overloopeffect.
Het toegenomen vertrouwen is ook een reden van ABN AMRO om een hogere prijsstijging in te schatten dan eerder werd gedaan. Dit komt onder meer door de start van het vaccineren tegen het coronavirus. In het tweede jaarhelft rekent ABN AMRO op een stijging van de werkloosheid. Dat betekent dat het gemiddelde loon daalt en daarmee het beschikbare bedrag voor hypotheekruimte voor deze groep zal dalen. Als gevolg hiervan koelt de woningmarkt ook wat af. De bank verwacht dat het aantal verkochte woningen daarom komend jaar lager zal liggen. Het onderwerp woningmarkt zal een belangrijk thema vormen bij de aankomende verkiezingen in maart 2021.
